Als er sprake is van een lichte besmetting hoeft het paard geen klinische verschijnselen te vertonen. Wanneer een paard last heeft van een zware besmetting kunnen er wel klinische verschijnselen optreden zoals vermageren en koliek. Om een zware besmetting te voorkomen ontwormen we preventief, veelal doen we dit op basis van een mestonderzoek waarbij de wormeitjes worden aangetoond. Echter, in de winter houden de larven van één van de meestvoorkomende wormen (de rode bloedworm) zich ingekapseld in het darmslijmvlies, ze zijn als het ware in winterslaap. Er zijn op dat moment dus weinig volwassen wormen in de darm zelf en er zullen dus ook weinig wormeitjes met de mest mee uitgescheiden worden. Bij mestonderzoek worden daardoor vaak weinig of geen eitjes aangetoond, terwijl het paard wel last kan hebben van de ingekapselde larven.
Een andere veelvoorkomende wormbesmetting in deze tijd van het jaar is de lintworm. De lintwormeitjes zijn met mestonderzoek lastig aan te tonen.
Omdat ondanks een besmetting de rode bloedwormeitjes in de winter nauwelijks worden uitgescheiden en omdat de lintwormeitjes lastig aan te tonen zijn met mestonderzoek, adviseren wij u in deze tijd van het jaar geen mestonderzoek uit te voeren. U kunt uw paarden het best meteen ontwormen met een moxidectine/praziquantel combinatiepreparaat (Equest Pramox) of een ivermectine/praziquantel combinatiepreparaat (Equimax).
Klik op deze link wormkuren voor meer informatie over wormbesmettingen en de preventie daarvan.